[Blog] Heeft de letter ‘H’ van Hermès onderscheidend vermogen?

Door Carole Roger,

Eind oktober heeft het EUIPO de vordering tot doorhaling, die Markus Bennemann had ingesteld tegen het EU-merk nr. 8 811 267 van Hermes International in de klassen 18 en 25, afgewezen (zie hieronder het “H-merk”).  

Deze twee partijen hebben al in verschillende geschillen tegenover elkaar gestaan, zo is Markus Bennemann ook eigenaar van EU-positiemerk nr. 1640587.  

 

Bij de uiteenzetting van zijn vordering, heeft de verzoeker aangevoerd dat het H-merk beschrijvend is, omdat dit zou verwijzen naar een maat, bijvoorbeeld de breedte van damesschoenen of de maat van ondergoed. Er werden ook verschillende rechtspraken aangehaald waar werd geoordeeld dat een letter of nummer beschrijvend is ("1000", "Premium XL / Premium L", "E"). Ter ondersteuning van zijn vordering heeft de verzoeker echter geen bewijzen neergelegd.  

In de verdediging wijst Hermès enerzijds op het onderscheidend vermogen van merken op basis van letters (alleen of in combinatie) zoals Gucci, Christian Dior, Chanel, Guess, Hennes & Mauritz of Michael Kors. Het gaat hier bovendien specifiek om merken uit dezelfde activiteitensector als Hermès. Anderzijds haalt Hermès maattabellen aan die verstrekt worden door verschillende websites zoals Sarenza, Asos en Zalando, waarbij ze wijst op de afwezigheid van “H” in de maten. 

Het EUIPO oordeelde dat de argumenten van de verzoekster niet voldoende overtuigend of onderbouwd werden geacht, zoals het gebrek aan bewijs om aan te tonen dat de letter H werd gebruikt om comfortabele of grote schoenen te beschrijven. Ook voor de maat van vrouwelijk ondergoed wijst het EUIPO op het feit dat deze maat nooit uitsluitend een letter vermeld, maar steeds een combinatie van een cijfer met een letter ("95D, 80C of 100H"). 

Het EUIPO besluit dat “op de relevante datum niet is aangetoond dat er voldoende rechtstreeks verband bestaat tussen het litigieuze merk en de betrokken waren. Anders dan verzoekster stelt, verwijst het bestreden merk niet kennelijk en rechtstreeks naar de kenmerken van de litigieuze waren.” Ook betreffende het onderscheidend vermogen stelt het EUIPO dat “bijgevolg kan geen gebrek aan onderscheidend vermogen van het bestreden merk worden vastgesteld op grond van het beweerde beschrijvende karakter ervan met betrekking tot deze waren. Verzoekster heeft geen andere argumenten of bewijzen aangevoerd om het gebrek aan onderscheidend vermogen van het bestreden merk te bewijzen.” 

Opnieuw toont het EUIPO in deze beslissing aan dat een vordering moet worden ondersteund door bewijzen. 

Meer weten over onderscheidend vermogen en merkbescherming? Spreek met uw Novagraaf consultant of neem hieronder contact met ons op. Abonneer op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van recente ontwikkelingen. 

Laatste inzichten

Voor meer informatie neem gerust contact met ons op.