(G)een hypotheek op AH

Het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom heeft onlangs een beslissing genomen in de oppositieprocedure tussen Dooranja BV uit Alkmaar, dat een merkaanvraag had verricht voor AH Hypotheken, en de bekende supermarktketen Albert Heijn B.V. Theo Visser belicht deze kwestie en geeft aan hoe je een risico-inschatting kunt maken bij de adoptie van een merk.

Achtergrond

Op 29 juni 2017 heeft Dooranja BV uit Alkmaar het merk AH Hypotheken gedeponeerd bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (hierna: het Bureau), voor diensten in klasse 36 - te weten het adviseren en bemiddelen in hypotheken en verzekeringen, aanbieden van makelaarsdiensten, bemiddelen in makelaarsdiensten, bemiddeling in taxaties, bemiddeling in notarisdiensten, beheren van verzekeringsportefeuilles, financial planning, advies en bemiddeling.

Albert Heijn is niet gelukkig met deze aanvraag en heeft oppositie aangetekend tegen de aanvraag op grond van haar merk AH, dat voor alle warenklassen is ingeschreven.

Identieke merken?

Volgens Albert Heijn is het dominante en onderscheidende element in beide merken ‘AH’. Het merk van de tegenpartij is zowel visueel, auditief als begripsmatig identiek. Bovendien is AH een bekend merk dat een verhoogd onderscheidend vermogen heeft.

Dooranja BV is het daar niet mee eens. De diensten waarvoor de respectieve merken worden gebruikt zijn niet soortgelijk en bovendien beschikt Albert Heijn volgens Dooranja niet over vergunningen om op het gebied van financieel advies te opereren. Daarnaast is zij van mening dat er bij het grote publiek geen verwarring kan ontstaan omdat het woord “Hypotheken” in het merk terugkomt. Bovendien is een hypotheek niet terug te vinden in de schappen van een supermarkt, aldus de verweerder.

Beoordeling

Het Bureau beoordeelt de visuele, auditieve en/of begripsmatige overeenstemming tussen beide merken. Daarna volgt een beoordeling over de soortgelijkheid van diensten.

Visueel en auditief
De toevoeging van het woord “Hypotheken” in het bestreden merk doet niet af aan de hoge mate van visuele overeenstemming van AH aan het begin van de beide merken, dat het meest dominante element vormt. Auditief stemmen de merken sterk overeen. Volgens het Bureau is “Hypotheken” een beschrijvend element. Kortom, visueel en auditief is er sprake van een hoge mate van overeenstemming.

Begripsmatig
Gezien het ontbreken van een vaststaande betekenis van AH, is een begripsmatige vergelijking niet aan de orde.

Verwarringsgevaar
Bij de beoordeling van het gevaar voor verwarring spelen met name de aandacht van het publiek, de (soort)gelijkheid van de waren en diensten en de overeenstemming van de merken een rol.

Gezien de identiteit, dan wel sterke soortgelijkheid van de diensten en de hoge mate van overeenstemming van de merken, is het Bureau van oordeel dat het publiek kan menen dat de hypotheek gerelateerde diensten in kwestie afkomstig zijn van dezelfde, dan wel economisch verbonden ondernemingen.

Dat Albert Heijn niet beschikt over vergunningen om op het gebied van financieel advies te opereren en het verweer van Dooranja dat een hypotheek niet terug is te vinden in de schappen van een supermarkt, doet volgens het Bureau niet ter zake, omdat met het feitelijke gebruik van de betrokken merken in het kader van een oppositieprocedure geen rekening kan worden gehouden, aangezien de vergelijking van de merken uitsluitend plaatsvindt op basis van de registergegevens (en de eventuele gebruiksbewijzen). Zaken als marketing- en verkoopformules, die bovendien met de tijd kunnen wijzigen, spelen dus in het kader van een oppositie geen rol.

De oppositie wordt toegewezen en de inschrijving van het merk AH Hypotheken wordt geweigerd.

Merkonderzoek helpt bij inschatting risico’s

Alvorens een merk te gaan gebruiken of te registreren, is het zaak om de beschikbaarheid van een merk te laten onderzoeken. Op basis van een dergelijk onderzoek kunnen onze consultants een inschatting maken van de risico’s die zijn verbonden aan de adoptie van het merk en u hierover adviseren.

Insights liés

Blog Nova IP Hour

[Blog] Remboursement des taxes annuelles non dues pour les demandes de brevet européen

Depuis le 7 octobre 2024, l'OEB identifie automatiquement les ordres de débit soumis via le dépôt en ligne de l'OEB ou le dépôt en ligne 2.0 pour des taxes annuelles non dues afférentes à des demandes de brevet européen. Ainsi, les montants non dus sont remboursés directement à la source du paiement. Lire la suite

Par Matthieu Boulard,
[Blog] Remboursement des taxes annuelles non dues pour les demandes de brevet européen
Articles

Les corrections d’erreurs matérielles doivent s’imposer à l’évidence – Règle 139 CBE

La décision T0232/23 de la chambre de recours réaffirme que les corrections d'erreurs matérielles dans une demande de brevet doivent être évidentes pour l'homme du métier, conformément à la règle 139 CBE et aux principes de la grande chambre G11/91. Elle met en lumière l'importance de démontrer clairement le niveau de compétence technique nécessaire pour valider une correction sans dépasser le contenu initial de la demande.

Par Stéphane Masi,
Les corrections d’erreurs matérielles doivent s’imposer à l’évidence – Règle 139 CBE

Pour plus d'informations ou de conseils contactez-nous